Als energiecoöperatie wil je het liefst zonnige vooruitzichten, maar in werkelijkheid kan de wind flink tegenzitten. Gepassioneerd zet je je in voor een betere wereld, en wil je versnellen in de duurzame energietransitie. Tegelijkertijd kom je steeds meer obstakels tegen op je weg door het grillige energielandschap.
Het ontwikkelen van een zonne- of windpark gaat gepaard met flinke financiële lasten en risico’s. Die kun je als energiecoöperatie niet altijd dragen. Subsidies helpen, maar leggen vaak onvoldoende gewicht in de schaal. Je leest hier meer over financiële uitdagingen en hoe wij jullie coöperatie kunnen ondersteunen.
Zit jouw energiecoöperatie in de opstartfase? Dan kan de financiering voor een zonne- of windproject uitdagend zijn. Daarvoor zijn verschillende oorzaken. Zo kan niet altijd worden voldaan aan een borgstelling voor de bank of is de hoge rente bij een andere geldverstrekker het obstakel. Ook blijven projectplannen liggen, omdat offertes van installateurs door sterke prijsschommelingen in de energiemarkt maar kort geldig kunnen zijn.
En gaat het om projectfinanciering waarbij obligaties of aandelen worden uitgegeven? Dan moet er volgens nieuwe Europese wetgeving (UBO) een screening plaatsvinden van coöperatieleden. Omdat dit om veel leden gaat, zijn de kosten en risico’s voor de bank te hoog en haken ze daarom af. Kortom, je krijgt jouw zonne- of windproject niet altijd makkelijk van de grond. Gelukkig is er een ontwikkelfonds opgericht dat coöperaties geld kan lenen tijdens het ontwikkeltraject.
De verzekeringspremie voor energieparken stijgt. Veel energiecoöperaties noemen daarbij in het bijzonder de ‘scope 12-keuring’ als knelpunt. Dit gaat over de brandveiligheid van zonnepanelen. De eisen die hiervoor gelden zijn flink aangescherpt en dat kan bovendien zorgen voor extra kosten. Ook koperdiefstal zorgt voor een hogere verzekeringspremie. Daarnaast kan het lastig zijn om een gehele zonnepaneleninstallatie via één polis te verzekeren, waardoor meerdere polissen nodig zijn. En dat brengt natuurlijk weer extra papier- en regelwerk met zich mee.
Als energiecoöperatie wil je doorgroeien. Want je wil meer impact maken met duurzame oplossingen. Daarmee kan je helaas ook in de ‘valley of death’ belanden. Dit is een periode waarin de kans op faillissement het grootst is, omdat de kosten hoger kunnen uitpakken dan de baten. Het is het geval wanneer je als energiecoöperatie verder gaat professionaliseren en meer projecten gaat opzetten. Daardoor kun je niet meer enkel op vrijwillige benen blijven staan en stijgen de kosten flink. Met alle risico’s die daarbij horen. De opbrengsten van een zonne- of windpark kunnen zorgen voor een stabiele stroom van inkomsten, al moet dat geld dan wel ruim van tevoren beschikbaar zijn.
De Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) was in 2022 te laag om een businesscase voor 15 jaar rendabel te krijgen. Dit komt onder andere door stijgende prijzen van materialen en installateurs. Hierdoor zijn maar liefst 70% minder SCE-aanvragen gedaan dan het jaar ervoor en staan projecten te wachten om te kunnen starten. Dit knelpunt lijkt gelukkig in 2023 opgelost te zijn.
Dan zijn er ook nog subsidies voor innovatie. Maar helaas kunnen coöperaties vaak niet aan de financiële eisen voldoen. De bedragen voor cofinanciering die elke partij hierbij moet inleggen, zijn hoog. En daarbij worden met innovatiesubsidies geen kosten gedekt voor ingehuurde krachten en ook niet voor alle kosten die komen kijken bij de aanvraag van de subsidie.