Focus op Europa
Rond de eeuwwisseling opent Statkraft tal van kantoren in verschillende Europese landen, waaronder het kantoor in Amsterdam. Bovendien wordt het eerste windmolenpark aan de portefeuille toegevoegd en wordt er geïnvesteerd in twee gascentrales in Duitsland.
2007
- Statkraft breidt zich verder uit in Europa en opent nieuwe kantoren in Servië, Roemenië, Albanië, Londen en Sofia. Bovendien krijgt Statkraft Southeast Europe EOOD in Sofia een vergunning voor de handel in elektriciteit in Bulgarije.
- De bouw van drie moderne stoom- en gascentrales is voltooid: Knapsack I (100 procent eigendom) en Herdecke (50 procent eigendom) in Duitsland en Kårstø (50 procent eigendom) in Noorwegen gaan in bedrijf.
2005
- Eerste handel in Europese CO2-rechten vanuit het kantoor in Amsterdam.
- Er wordt besloten om in Duitsland gascentrales te bouwen: in Herdecke in Westfalen bouwt Statkraft samen met het Duitse energiebedrijf Mark-E een stoom- en gascentrale met een geïnstalleerd vermogen van 400 MW. In Hürth-Knapsack bij Keulen bouwt Statkraft ook nog een moderne gascentrale met tweemaal zoveel capaciteit.
2004
- Op 1 oktober wordt Statkraft omgevormd van een staatsbedrijf tot een niet-beursgenoteerde Noorse naamloze vennootschap. Het concern Statkraft AS wordt opgericht.
Statkraft neemt 1/3 van de transportkabel tussen Zweden en Duitsland – Baltic Cable – over.
2002
- Windenergie ontwikkelt zich in de eerste jaren van de 21ste eeuw tot een nieuwe en belangrijke activiteit: Statkraft voegt met Smøla Wind Farm het eerste windmolenpark toe aan haar portefeuille.
- Start programmaverantwoordelijkheid (PV) bij TenneT.
2001
- Begin van de handel in duurzame energiecertificaten.
1999
- Start van de grensoverschrijdende energiehandel.
- Statkraft opent een handelskantoor in Düsseldorf.
1998
- Statkraft opent een handelskantoor in Nederland.
1921
- De Noorse centrale autoriteit voor waterkracht en energie (NVE) wordt opgericht en zal voortaan leiding geven aan de ontwikkeling en exploitatie van de staatscentrales.
1895
- De Noorse staat koopt de eerste waterval, Paulenfossen, aan om elektriciteit op te wekken voor de Setesdalsbanen-spoorlijn. De aankoopprijs bedraagt 23.245 Noorse kronen (2930 euro).