Meer hernieuwbare elektriciteit nodig maar uitdagende restricties zon op land
Vandaag publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving de Klimaat- en Energie Verkenning (KEV) 2023. Hoewel de klimaatdoelen voor het eerst in zicht komen, is er nog veel werk aan de winkel.
Wat vooral opvalt is dat de daling van CO2-uitstoot in de elektriciteitssector minder gunstig ontwikkelt dan vorig jaar verwacht. De snelle toename van de elektriciteitsvraag wordt volgens het Planbureau onvoldoende bijgebeend door extra opwek uit wind en zon. In dat licht zijn de restricties voor zon op land in de eveneens vandaag verschenen Kamerbrief opmerkelijk.
Klimaatdoelen dichterbij maar elektriciteitsopwek blijft achter
Ondanks dat over het algemeen de klimaatdoelen beter in bereik komen is er nog veel te doen. De Raad van State, als adviseur voor het klimaatbeleid, noemt het halen van de klimaatdoelen met het voorgenomen beleid “niet realistisch”.
Opvallend element uit de analyse door het Planbureau is dat de prognoses over de uitstoot voor alle sectoren ten opzichte van vorig jaar verbeteren, maar niet in de elektriciteitssector. Fossiele centrales gaan de komende jaren juist meer draaien dan vorig jaar verwacht.
Het PBL stelt: “In de elektriciteitssector nemen de broeikasgasemissies met alle klimaatplannen met een effectinschatting in deze KEV mogelijk toe naar een niveau van 9 tot 23 megaton CO2-equivalenten in 2030. Dit niveau ligt circa 2 megaton hoger dan met het vastgestelde en voorgenomen beleid van de KEV 2022.” Dit komt volgens het Planbureau doordat de elektriciteitsvraag fors kan gaan toenemen onder andere door de inzet van elektriciteit voor de productie van groene waterstof en in de mobiliteit door de toename van het aantal elektrische voertuigen. Kortom: de extra vraag zal onvoldoende worden bijgebeend door de plannen voor extra zonne- en windparken.
Beperking zon op land met uitzonderingen
In dat licht is de – toevallig – ook vandaag verschenen brief van Minister de Jonge met restricties voor zon op land opmerkelijk. Het kabinet presenteert een beleidskader waarbij zon op landbouwgrond alleen onder strikte randvoorwaarden mogelijk zal zijn:
- Agri-PV: de combinatie van een substantiële agrarische functie met een zonnepark;
- Landbouwgronden die in transitie zijn naar een ander landgebruik of die minder geschikt zijn voor landbouw door bijvoorbeeld verzilting of bodemdaling;
- Zonneparken die betekenisvol bijdragen aan de vermindering van de netcongestie.
Wij gaan hiermee aan de slag
Statkraft maakt zich zorgen of de uitdaging om voldoende schone elektriciteit te produceren gehaald wordt met bovengenoemde restricties.
Het kabinet voorziet met haar Nationaal Plan Energiesysteem de noodzaak van een zeer snelle toename van de elektriciteitsproductie uit zon-PV naar maar liefst 150 TWh in 2050 (nu circa 15 TWh per jaar). Ook zonder de nieuwe restricties is dit geambieerde volume al een uitdaging. Zo stelt de onlangs aan de Kamer gezonden monitor zon-PV dat er 12,5 GW (ca. 11 TWh) aan daken zondermeer ontwikkeld kan worden en 75 GW (67 TWh) met een technische belemmering, zoals bijvoorbeeld dakconstructie. Dit zijn theoretische maxima en zelfs deze raken de ambitie van 150 TWh niet.
We zijn blij met de categorieën waaronder zon op landbouwgrond wel mogelijk is, maar we missen natuurontwikkeling of waterbeheer als categorieën waaronder zonneparken mogelijk zijn. Met de uitdaging in veel gebieden om de biodiversiteit in stand te houden kunnen multifunctionele zonneparken juist een grote bijdrage leveren. Ook worden de parken ingericht om het gewenste waterbeheer te ondersteunen (waaronder waterberging). Het is jammer dat deze positieve ontwikkelingen naar multifunctioneel grondgebruik geen ruimte krijgen in het beleid.
Ondanks de beperkingen gaat ons bedrijf graag voortvarend aan de slag, binnen de mogelijkheden voor zon op land die wél geboden worden.
- Statkraft heeft internationaal al ervaring met de combinatie van zonneparken met agrarisch gebruik. Ook in Nederland zijn hiertoe reeds enkele initiatieven in ontwikkeling, zoals het eerder dit jaar vergunde agri-PV project Dalenstraat.
- Ook zet Statkraft voormalige stortplaatsen multifunctioneel in door daar zonopwek te realiseren, zoals in Etten-Leur op zonnepark Bollendonk. Ook zonnepark Nyrstar I Budel is een goed voorbeeld, waar nu zonne-energie wordt opgewekt op voormalige zinkbekkens waar tot 2008 restmateriaal uit het zink productieproces werd bewaard.
- Daarnaast werkt Statkraft aan zonneparken met elektriciteitsopslag. In het Verenigd Koninkrijk en Ierland heeft ons bedrijf hier al ervaring mee en voor Nederland liggen hier mooie kansen. Zo kan het net ontlast worden door de opslag van incidentele zomerse opwekpieken en kan de vraag naar elektriciteit in de avond beter bediend worden met de opwek met zon overdag.
Naast de genoemde eisen blijft Statkraft zich inzetten voor meer duurzame energie, uit mooi vormgegeven natuurlijke parken en in nauw overleg en met participatie van omwonenden.
Meer informatie?
-
Willemijn van der Vliet
Communicatie Manager