
Diverse studies: forse groei hernieuwbare elektriciteit
Tot voor kort was de breed gedragen aanname dat de elektriciteitsvraag én productie de komende tot 2030 vrijwel gelijk zou blijven. Dit beeld is in korte tijd radicaal veranderd. De verduurzaming van industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving zal de komende jaren vleugels krijgen en elektrificatie is daarbij dé route. Dit zal worden ingevuld met heel veel extra productie uit zon en wind.
Tot voor kort: aanname stagnatie elektriciteitsvraag
De jaarlijkse klimaat en energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving ging in 2021 nog uit van een vrijwel stagnerende vraag naar elektriciteit. Uiteraard rekende het planbureau dat een deel van de energievoorziening tot 2030 zou elektrificeren via bijvoorbeeld elektrische auto’s en warmtepompen. Tegelijkertijd zou energiebesparing deze extra vraag echter weer nagenoeg teniet doen. De studie uit 2021 toonde een elektriciteitsvraag van tegen de 120 TWh in 2030; conform de verwachting ten tijde van het Klimaatakkoord dat in 2019 tot stand kwam. Pas richting 2040 zou de elektriciteitsvraag echt groeien, naar 140 TWh.
Met nauwelijks groei in de vraag is er ook weinig behoefte aan extra aanbod. Minister Jetten voor Economische Zaken en Klimaat hield tot eind 2022 stellig vast aan een plafond op zon en wind op land (de zogenaamde 35 TWh grens), ondanks een Kamermotie om dit plafond los te laten.
Veranderde wereld
Ondertussen veranderde de wereld radicaal, mede door de energiecrisis na de Russische invasie in de Oekraïne. Europa presenteerde ambitieuze plannen voor groene waterstof, gemaakt uit hernieuwbaar opgewekte elektriciteit en schroefde met de Fit-For-55 plannen de duurzame ambities op. De industrie begon in te zien dat de afhankelijkheid van aardgas niet alleen niet-duurzaam was, maar ook peperduur. Nieuwe ambities en plannen leiden tot nieuwe cijfers.
Toenemende stroomvraag
In december presenteerde Tennet in de nieuwe Monitor Leveringszekerheid de verwachting van een elektriciteitsvraag van 182 TWh in 2030. Netbeheer Nederland berekende onlangs een vergelijkbare hoeveelheid in een scenario-studie. In het voorjaar van 2022 berekende de partijen uit het Klimaatakkoord in de studie ‘Alles uit de kast’ dat er maar liefst 192 TWh in Nederland geproduceerde elektriciteit nodig is in 2030 om de klimaatdoelen te halen. Een interdepartementale adviesstudie (IBO-rapport) presenteerde eerder deze maand een studie met maatregelen die grofweg tot deze uitkomst zullen leiden. Dit adviesrapport stelt een reeds aanvullende maatregelen voor die tot een nog hogere elektriciteitsvraag zullen leiden. Voorbeelden van deze maatregelen is een verplichting tot emissievrije (elektrische) zakelijke auto’s in 2025, een uitfasering van de CV-ketel ten gunste van de warmtepomp en een verhoging van de energiebelasting op gas met een verlaging op elektriciteit.
Extra elektriciteitsproductie
De snel toenemende vraag naar elektriciteit leidt tot een vraag naar extra elektriciteitsproductie. Ook de politiek zag deze noodzaak; Minister Jetten verhoogde de ambitie voor wind op zee en liet ook het plafond op zon en wind op land begin dit jaar los. Ook voor de productie van zon en wind geven diverse studies een beeld van een snel groeiend volume om de vraag bij te benen én om kolen en gascentrales te vervangen. De onderstaande grafiek laat deze verwachte ontwikkeling zien, op basis van de zeer recente prognoses van Netbeheer Nederland voor hernieuwbaar en van het Planbureau voor de leefomgeving voor overige opwek.
Als het bovengenoemde IBO-advies overgenomen wordt, zal het beeld zelfs tot nog meer elektriciteit leiden in 2035, door enkel hernieuwbare bronnen. Het adviesrapport pleit namelijk voor een volledig CO2-vrije elektriciteitsvoorziening in 2035, zonder nog de centrales op aardgas.